Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want ik vrees, dat als ik gekomen zal zijn, ik u niet enigszins zal vinden [36]zodanigen als ik wil, en [dat] ik van u zal gevonden worden zodanig [37]als gij niet wilt; dat er niet enigszins [zijn] twisten, nijdigheden, toorn, gekijf, achterklap, oorblazingen, opgeblazenheden, [38]beroerten; 36. Dat is, velen onder u in dezelfde gebreken zorgeloos voortgaande, gelijk in het einde van dit vers vs.20 verklaard wordt. 37. Dat is, scherper in het oefenen der kerkelijk straf, dan gij tot nog toe ervaren hebt. 38. Of, oproer, ontroeringen.